Angst voor de angst. Daar kun je mee naar de tandarts.
Angst is in beginsel een functionele reactie. Als je ‘s nacht een zwart-geklede, gewapende man, of vrouw, in je huis betrapt met jouw juwelen in de hand en deze persoon legt uit dat hij slechts een welwillende juwelier is, dan vertelt je angst je om het spel glimlachend mee te spelen en ongezien de politie te bellen. Luisteren naar wat je angst vertelde heeft je gered. De angst heeft zijn werk gedaan, gaat weg en laat je achter met een voldaan gevoel.
Angst in combinatie met een handeling die de oorzaak van de angst wegneemt, is functioneel en gezond. Vooral als die oorzaak ook echt ‘gevaar’ is. Stel je voor dat we nooit bang waren? Dan zouden we vaak domme dingen doen en niet oud worden.
Soms kan je niet handelen naar wat je angst je ingeeft. Je bent (of was) misschien een kind dat hypergevoelig is voor aanraking of geluid. Dat maakt op school zijn tussen spelende kinderen tot een nare ervaring. Je wordt bang voor school. Maar als je omgeving dat niet ziet -en dat is vaak zo- wordt je dag in dag uit gedwongen om tegen de raad van je angst in die ervaring te doorstaan. De angst verliest zijn functie en wordt een op zichzelf staand gevoel. In dit artikel meer over kinderen en angst voor de tandarts.
Angst kan heel eng voelen, zelfs lichamelijk. Je hart bonkt hard, je ademt anders waardoor je het gevoel krijgt te stikken, de adrenaline ontregelt je gewone lichaamsfuncties. Dat is een gevoel dat zó naar is… dat je er bang van wordt. Maar je hebt juist van je omgeving geleerd dat je niet naar je angst mag handelen. Je kan dus zelfs die tweede angst, de angst voor de angst, niet oplossen.
Dan is angst niet functioneel maar ziekmakend. Elke situatie die een ander een beetje spanning geeft en uitdaagt om tot een overwinning te komen, is voor de angst-patient een situatie die extreme angst oproept waar niets aan te doen is. De enige oplossing is voorkomen dat de angst ontstaat: situaties vermijden.
Een van de situaties die je als angst-patiënt vermijden wilt is een bezoek aan de tandarts. Al heb je er niet altijd pijn, je light wel machteloos op je rug (wat zoogdieren instinctief vermijden, je buik, zonder beschermende ribben, is kwetsbaar). En er gebeuren dingen met je die je niet ziet. Dat zijn situaties die angst opwekken. En dáár ben je bang voor, niet voor de tandarts.
Het enige dat een angst-patiënt moet leren is dat angst niet iets is dat los staat. Het is zo groot als je het zelf maakt. Angst is een van die dingen die tegendraads werken. Wil je het niet, vecht je er tegen, dan maak je het juist groot. En vecht je niet, denk je “vooruit dan maar’, dan blijkt dat er niks is. Narcose tegen angst kan ook, maar dat neemt alleen de oorzaak weg, niet het probleem.
Toch is dat logisch: … als we ons verzetten maken we adrenaline in ons lichaam, klaar om te vechten! En het is juist adrenaline die angstgevoelens sterk maakt. Door kalm te blijven rem je de adrenaline productie.
De eerste keer tegen je paniekaanval zeggen “Hallo Angst, kom er bij’ voelt raar, zelfs idioot. Maar al snel voel je dat die golf van angst niet meer komt.
Ieder mens, die wel eens extreme of ziekmakende angst heeft meegemaakt, kan je daarbij helpen. Ook een tandarts, want de meeste van zijn patiënten maken wel een zekere mate van angst mee.
Als je tandarts je leert hoe je met angst kan omgaan, loop je als snel met een mooie glimlach rond. Niet alleen door de tandartsbehandeling, maar ook omdat je veel meer dingen durft dan voorheen.